Arnout, Mik en Jonas starten hun tocht langs de Europese frontlijn op het strand van Nieuwpoort. Ze worden er uitgewuifd door de burgemeester, het schepencollege én de plaatselijke fanfare. Na het afscheid van familie en vrienden trekken ze door de bekende Westhoek. Op hun weg komen ze talloze begraafplaatsen en monumenten tegen. Arnout ontmoet West-Vlaamse boeren die de restanten van de oorlog nog dagelijks tegenkomen op hun akkers. Maar ook Britse toeristen vinden massaal hun weg naar de Westhoek. Zo bijvoorbeeld Ken en Rita: ze komen hier hun grootvader herdenken die sneuvelde op de Vlaamse velden.