Een derde van het grondgebied van onze planeet bestaat uit bos en daarin leeft de helft van alle diersoorten die er op aarde bestaan. Prooi in overvloed, maar in een terrein dat het jagers niet gemakkelijk maakt. Nergens heb je goed zicht op je doelwit en ruimte voor een achtervolging is er niet. 's Zomers wemelt het in het bos van de kleine vogels, maar het dichte gebladerte maakt een duikvlucht nagenoeg onmogelijk. Een probleem voor de wijfjessperwer die eieren legt en daarom een bepaald formaat moet hebben. Ze is te groot om in deze overvolle en onoverzichtelijke habitat haar prooi ongezien te benaderen. Een tijger die een hert wil vangen moet zijn prooi tot op tien meter naderen. Dan pas kan hij in de aanval gaan. Ook in het nachtelijk donker komt het bos tot leven. Kleine dieren durven zich te vertonen nu ze zich onzichtbaar wanen. Maar sommige jagers hebben aan maanlicht genoeg.