Geen migranten, de pers aan banden en een universiteit die tot staatsvijand is verklaard: dit is het Hongarije onder premier Viktor Orbán. In Boedapest staat een universiteit, opgericht en gefinancierd door de miljardair George Soros, om de waarden van een 'open samenleving' te propageren. Maar juist die West-Europese waarden als scheiding der machten, vrije media en vrijheid van onderwijs staan in de aanloop naar de verkiezingen op 8 april 2018 onder druk. Een kwart eeuw na de lancering is de Central European University, en George Soros in het bijzonder, door de nationalistische regering van Orbán tot staatsvijand verklaard. Het gevecht van de nationalistische regering tegen een instituut dat een 'open samenleving' voorstaat is typerend voor de bredere ontwikkeling in Midden- en Oost-Europa. Want ook in Oostenrijk, Polen, Tsjechië, Slowakije en Bulgarije winnen nationalistische partijen de verkiezingen. Wat is er misgegaan?