Beer opent de deur en begroet de kijkers. Hij zegt dat hij zich al afvroeg wanneer we zouden komen. Hij nodigt ons uit om binnen te komen in het Grote Blauwe Huis. Hij begint te zeggen dat hij op weg was naar de keuken, maar stopt dan en snuift en vraagt of we net buiten in de achtertuin waren, want we ruiken “helemaal fris en grasachtig”. Hij suggereert dat het misschien gewoon is dat we altijd zo lekker ruiken en gaat dan naar de keuken, waar hij ons iets wil laten zien. Het blijkt een microscoop te zijn...