In een kraakpand wordt het lichaam van Marco Kruisveen gevonden. Zijn ogen zijn uitgestoken en de dader heeft op de muur een tekst geschreven. De Cock en Vledder verhoren Marco’s huisgenoten, stuk voor stuk vreemde types, maar niemand lijkt in de gelegenheid te zijn geweest om deze gruwelijke moord te plegen. Het onderzoek loopt vast, totdat de moordenaar een grote fout maakt: hij gaat Keizer, Vledder en zelfs De Cock bedreigen.