Peter de Grote neemt een Russische man van Afrikaanse afkomst – Ibrahim Petrovich Hannibal – onder zijn hoede terwijl de tsaar zijn grote marine bouwt. Na een rampzalige affaire in Frankrijk zweert Ibrahim dat hij nooit meer verliefd zal worden, totdat hij de dochter van een rijke jongen ziet. Peter de Grote staat erop dat de twee trouwen, maar Ibrahim gaat tegen de wensen van de tsaar in en weigert haar te dwingen met hem te trouwen, omdat ze er niet mee instemt. Wanneer een andere man echter met haar probeert te trouwen, worden Ibrahims loyaliteit en genereuze karakter op de proef gesteld.