In Ze noemen me baboe verbeeldt regisseur Sandra Beerends het boeiende levensverhaal van de Javaanse Alima. Op de vlucht voor een gedwongen huwelijk vindt Alima in de jaren veertig werk als baboe (kindermeisje) voor een Nederlandse familie. Ze reist met hen mee naar Nederland, waar ze wordt beïnvloed door Indonesische studenten die dromen over een onafhankelijk Indonesië. Bij terugkomst komt haar Nederlandse familie tijdens de Japanse bezetting in een kamp terecht. Daardoor verliest Alima haar familie, werk en huis. Ze wordt verliefd op onafhankelijkheidsstrijder Riboet en raakt zwanger. Als Riboet na de capitulatie omkomt bij een politionele actie, wil haar familie dat ze ‘eerzaam’ trouwt met haar zwager, maar Alima kiest ervoor om als alleenstaande moeder met haar dochter haar eigen weg te gaan in het onafhankelijke Indonesië.