Imam Hasan, zijn vrouw Hacer en dochter Fatma komen aan in Karaağaçlı, een klein spoorwegstadje midden in de Anatolische wildernis. Naast zijn taken als imam zal Hasan tijdens de heilige maand Ramadan religie onderwijzen aan de kinderen van de stad. Zijn ongewone gedrag tegenover zijn vrouw en jonge dochter trekt de aandacht van de inwoners van de stad. Ondertussen begint Adam, de zoon van de treinmeester, die gek is op treinen, dankzij de lessen van Hasan een wereld te ontdekken waar hij nog nooit van had gehoord: treinen, zonde, goede daden, hemel en hel... Alles is met elkaar verweven. Beschuldigd van te hard en meedogenloos te zijn tegenover zijn familie, wordt Hasan op een dag gedwongen om zijn 'geheim' en dat van zijn familie te onthullen, wat alles verandert in de ogen van mensen. Maar er is nog een geheim waar niemand, zelfs Hasan niet, van op de hoogte is. De mensen van de stad, inclusief Adam, zullen zich deze Ramadan de rest van hun leven herinneren.
