In de pre-koloniale tijd ontdekt een marskramer die de savanne oversteekt een kind dat bewusteloos in de bush ligt. Als de jongen bijkomt, is hij stom en kan hij niet uitleggen wie hij is. De marskramer laat hem achter bij een gezin in het dichtstbijzijnde dorp. Na een zoektocht naar zijn ouders adopteert de familie hem, waardoor hij de naam Wend Kuuni (Godsgeschenk) krijgt en een liefhebbende zus met wie hij een band heeft. Wend Kuuni hervat zijn toespraak pas nadat hij getuige is geweest van een tragische gebeurtenis die hem ertoe aanzet zijn eigen pijnlijke geschiedenis te onthullen.
